Toen mijn vader overleed stak ik een rivier over. Ik kwam aan op de andere oever. Daar stonden de mensen die een ouder verloren. Ergens was ik verbaasd, waarom hebben al die mensen hier mij dat nooit verteld? Het lijkt het geheim van het leven. Mijn vriendinnen die al jonger hun moeder begroeven. Die vriend die zijn moeder alweer vijf jaar eerder verloor. Ze vertelden het niet en ik wist het niet. Ik stond nog aan die andere kant. 

Maar hoe zat het dan met mijn ouders, schoonouders en al die andere goede bekenden, ouder dan ik? Die wisten het toch ook? Waarom zeiden zij niets? Is het te pijnlijk om aan te denken? Slijt het steeds verder zodat je het vergeet? Als je kinderen steeds ouder worden en er kleinkinderen komen? Er steeds vaker iemand om je heen zomaar overlijdt? Vul je langzaamaan de gaten die zij achterlieten? Went het? Herstel je steeds weer je geloof dat het gewoon goed komt?

Ik ben de rivier overgestoken. Als ik voel dat ik daar sta aan die andere oever, dan is er ongeloof. Ik zie je dan zo levendig voor me. Ik hoor je stem. Zo levendig dat ik niet kan geloven dat je er niet meer bent. Dat ik je niet meer kan zien. Niet meer kan bellen, niet meer kan horen wat jij ervan vindt. Niet meer met je uit kan gaan naar een concert, jij moeizaam lopend. Ik altijd net iets te snel. Jou te zien genieten van weer een uitputtingsslag.

Meestal is het leven normaal, rustiger dan het was toen jij nog leefde. Geen zorgen meer over hoe het moet, hoe het verder gaat, hoe we jouw lijden kunnen verminderen. Dan is er wat er om me heen is, alles wat me bezighoudt. Dan geloof ik dat alles gewoon goed komt. Jij lijdt niet meer, bent er niet. Het is zo gewoon dat je net zo goed even zou kunnen langskomen. Op deze nazomerdag in de tuin, met boterkoek, want er is altijd wel iets te vieren, om elkaar even te kunnen zien. Ik zal me deze keer niet ergeren aan zoveel zoetigheid.

Mijn leven is zo gewoon dat je net zo goed even kunt langskomen in je rode Nissan Micra. Je kunt mij gewoon even ophalen om een uur of half zes. Zodat we om zes uur bij de Indonesiër op de Ceintuurbaan kunnen zijn. Met je auto de stad in, dat is helemaal geen probleem. Ik glijd uit over de lege dropzakken die rondom de passagiersstoel liggen. Ik ben het gewend dus ik gooi ze wel even achterin. 

Bij de Indonesiër nemen we allebei een alcoholvrij biertje en eten we een vegetarische rijsttafel. De tijd van alcohol en vlees hebben we achter ons gelaten. Als we die tijd al ooit echt gekend hebben. Jij dronk al Buckler toen het nog belachelijk was. En Argentijnse biefstuk zit er helaas niet meer in voor jou. Alhoewel, gingen we een paar jaar geleden niet stiekem naar de Argentijn bij het Spui? Jij wilde heel graag. Het mag eigenlijk niet maar als we hem delen kan het niet zoveel kwaad toch? Daar vertelde je me over je moeder. Dat zij een groot deel van haar leven leed aan slapeloosheid en pas weer kon slapen toen ze wist dat ze overlijden ging. Een zinnetje dat ik niet licht vergeten kan. Mijn oma die Auschwitz overleefde. Niet gek dat je dan niet slapen kunt. 

Weet je dat ik ook best vaak niet kan slapen? Zonder reden. Jij adviseert me dan om een Valdispert te nemen. Ik heb er nooit wat van gemerkt. Ook trouwens niet van de port die je me gaf. Port geven aan je dochter van 17, omdat ze niet kan slapen voor een schoolonderzoek. Pap, wat een ontzettend slecht idee! Jij had ook een truc: een aspirientje midden in de nacht. Je kocht een grote pot aspirine toen je in de VS was. Die kun je hier niet krijgen. Valdispert bleek toch beter voor je maag. Het gaat om het pilletje en dat je erin gelooft.

Nog even over die Argentijn. Toen het nog mocht, zaten we een keer bij de Argentijn in de stad, deze keer met z’n vieren. Ergens bij het Rembrandtplein. Er ontstond rumoer achter jouw rug. Je had het niet door maar er liepen muizen over de tafels. Gasten aan die tafel sloegen met messen naar de muizen. Ik zei niks. Leek me beter voor de rust tijdens het eten. 

Ik weet niet of je het op prijs stelt dat ik dit alles tegen je zeg. Herinneringen ophalen is niet echt iets voor jou, een beetje sentimenteel. Misschien vind je ook dat ik van de hak op de tak ga, een beetje te snel praat. Maar ik hoor je er niet over. Je kijkt niet meer mee over mijn schouder bij alles wat ik doe. Ik vraag me niet meer af of ik wel in de juiste richting denk. Wat jij ervan zou vinden. Alhoewel ik jouw mening over Israël en de Palestijnen wel heel graag zou horen. En over Indonesië trouwens ook. Je wilde je erin verdiepen want je werd er geboren. Ik hoor graag de nieuwe inzichten die je opdeed, de film die je zag en die ik echt zou moeten zien. Ja ik weet het, je hebt hem op DVD. Ik ben er niet aan toegekomen en ik heb geen DVD-speler. 

Misschien kunnen we het erover hebben. Als ik je weer zie. Ik denk het niet, je voedde me ongelovig op. Dat kun je niet meer ongedaan maken. Alhoewel ik heel duidelijk bij je ben, hier aan die overkant van de rivier, geloof ik niet dat ik je nieuwe inzichten weer horen zal.

Verscheen in het ParochiemagaZIN Info, jaargang 55, nr. 8, november/december 2024, als tekst bij Allerzielen

Credits afbeelding: Battersea Bridge, Norman Garstin (1847–1926). York Museums Trust via ArtUk.